Wanneer wordt jij dood?

‘Toen mijn oma overleed mocht ik niet naar haar uitvaart’… ‘We werden overal bij weggehouden toen mijn kleine broertje stierf..’ In gesprek met mensen die lang geleden een dierbare zijn verloren, hoor ik vaak over de terughoudende kijk op het afscheid nemen door kinderen. Vroeger dacht men dat het beter was om kinderen niet te confronteren met de dood. Hoe anders denken we daar tegenwoordig over. Kinderen worden nu juist vaak betrokken bij een afscheid. Nieuwsgierig als ze zijn, stellen ze vragen vanuit hun onbevangenheid. Ze leven in het nu en dat maakt dat ze het ene moment intens verdrietig kunnen zijn en een paar tellen later weer tot de orde van de dag over gaan.

Zo treffend werd dit weer eens bevestigend bij een laatste moment van afscheid in de familiekamer. Na een mooie ceremonie en lunch had het gezin hun lieve moeder, oma, ‘grote oma’ en zus Miep naar het crematorium begeleid. Daar aangekomen leek het alsof het nu pas écht doordrong tot achterkleindochter Nina. Ze zou grote oma nu nooit meer zien. Nooit meer samen koekjes eten en nooit meer mee op pad op grote oma’s raceauto (Nina’s benaming van Mieps scootmobiel).

De zus van Miep nam haar op schoot. ‘Weet je wat’, zei ze, ‘Kom je voortaan bij mij op visite? Nina’s moeder reageerde instemmend. Nina gaf Mieps zus een knuffel. Plots richtte ze zich op en keek haar oudtante vragend aan: ‘Maar wanneer wordt jij dan dood?’ Nina’s moeder schrok van de spontaniteit van haar dochter. Er ging een gemixte golf van gegrinnik en plaatsvervangende schaamte door de ruimte. Mieps zus kon er gelukkig om lachen en liet zich niet van de wijs brengen. ‘‘Ik weet het niet. Niemand weet het precies. Maar nu ben ik er nog.’’ Dat was voor Nina voldoende. Ze glimlachte, gaf Miep nog een knuffel en besloot toen dat ze moest plassen.


Meer columns

  • Open zee en vaste grond
    Hij zat in zijn bootje en dobberde op de zee van zijn verdriet. Vaker zat hij alleen, maar nu voelde de eenzaamheid intenser dan ooit. Hij pakte zijn linker peddel… Lees meer: Open zee en vaste grond
  • De nieuwe plek
    Ze was nog maar een kind toen ze haar moeder moest begraven. Met de wereld aan haar voeten en tegelijk een groot gemis.. Ze herinnerde zich nog de honderden mensen… Lees meer: De nieuwe plek
  • Eenvoud
    ‘’Leg mij maar op een vlotje op de Rijn’’.. ‘’Breng mij maar gewoon weg en klaar…’’ of… nog erger: ‘’Zet mij maar bij buiten bij het vuil’’.. Het lijken misschien… Lees meer: Eenvoud
  • Woorden
    ‘’Als alles al is gezegd, wat voegen woorden dan nog toe?’’ We zitten aan tafel om de uitvaart van haar vader te bespreken. Na een lang ziekbed heeft hij zijn… Lees meer: Woorden